top of page

'Lezen is dromen met je ogen open'

boy-g63e3dafa9_1920.jpg

Onderzoek naar leesmotivatie in de bovenbouw

Op deze website wordt verslag gedaan van het onderzoek naar leesmotivatie in de bovenbouw. Om de privacy van de school te bewaken is er voor gekozen om de naam van de school niet op de website te benoemen. Hieronder staat een samenvatting van het onderzoek. 

 

Tijdens dit onderzoek stond de vraag: 'Hoe kan de leesmotivatie in de bovenbouw (groep 6/7 en groep 7/8) van OBS [....] worden gestimuleerd? centraal. Om antwoord te kunnen geven op deze vraag is er eerst literatuuronderzoek gedaan, waarin gezocht is naar stimulerende factoren met betrekking tot de leesmotivatie van kinderen. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat de motivatie van de leerlingen afhangt van veel verschillende factoren. Deze factoren zijn onder te verdelen in drie subgroepen: (intrinsieke) motivatie, leesomgeving en de rol van de leerkracht. De basis voor dit onderzoek is vooral geformuleerd aan de hand van de self determination theory van Deci en Ryan (1985;2001) en de theorie van Chambers (2001). 

​

Na het literatuuronderzoek is er gekozen voor kwalitatief onderzoek aan de hand van observaties en interviews. In beide groepen heeft een eenmalige observatie plaatsgevonden tijdens een stil leesmoment. Hierbij is er geobserveerd aan de hand van een observatieformulier. De observatie is onderverdeeld in: motivatie, leesomgeving en de rol van de leerkracht. 

​

Na de observaties zijn er interviews afgenomen met de leerlingen. Uit elk leerjaar zijn vijf leerlingen geïnterviewd. De vragen voor dit interview zijn opgesteld vanuit de observatie. Ook deze vragen waren onderverdeeld in de drie subgroepen. Na de interviews met de leerlingen is er ook een interview geweest met de leerkrachten. Wederom waren de vragen hier ook onderverdeeld in de drie subgroepen. De leerkrachten kregen vrijwel dezelfde vragen als de leerlingen om zo te kijken of zij op een lijn zitten met elkaar. 

​

Bij de observatie viel vooral de onrustige leesomgeving op. Er was veel geluid tijdens het lezen, kinderen die fluisterden, kinderen die rond liepen of kinderen die rare geluiden maakten. In groep 6/7 viel vooral op dat er eigenlijk geen tot nauwelijks boeken zichtbaar waren in de klas. Wel waren er duidelijke afspraken over de vorm van het stil lezen zichtbaar. In groep 7/8 viel vooral op dat er geen zichtbare afspraken waren over het lezen. Daarnaast waren er maar een zeer beperkt aantal boeken in de klas. De staat van de stripboeken was ook iets wat in beide groepen erg opvallend was. 

​

Uit de interviews met de leerlingen kwam voornamelijk naar voren dat ook de leerlingen zich storen aan de onrustige leesomgeving. Daarnaast werd ook duidelijk dat de leerlingen vonden dat er veel te weinig leuke boeken op de school waren. In de schoolbibliotheek zouden vooral boeken voor de jongere kinderen zijn en weinig tot geen boeken voor de hogere groepen. Vooral de genres actie, spannend en young adult werden vaak benoemd als ontbrekend. 

​

Uit de interviews met de leerkrachten bleek dat ze ook van mening waren dat er te weinig interessante boeken waren voor de bovenbouw. Daarnaast waren ze zich bewust van hun voorbeeldfunctie maar lukte het nog niet goed om dit toe te passen. Verder zagen ze ook in dat de leesomgeving niet altijd even optimaal is voor de leerlingen. 

​

De conclusie van dit onderzoek luidt als volgt, om de leesmotivatie verder te stimuleren moeten er op meerdere vlakken problemen worden aangepast. Zo geven beide groepen aan dat er te weinig goede boeken zijn voor bovenbouw. Daarnaast moet de leesomgeving rustiger worden zodat de leerlingen geconcentreerde kunnen gaan lezen. En als laatste is het van belang dat de leerkrachten meer gebruik gaan maken van hun voorbeeldfunctie.

​

Om dit te kunnen verwezenlijken is het volgende advies gegeven, zorg voor meer en nieuwere boeken in de school. Kies hierbij vooral C-boeken uit het genre actie, spannend of young adult. Zorg voor een rustige leesomgeving door de leerlingen aan te blijven spreken op hun gedrag. Blijf als leerkracht aanwezig in het lokaal wanneer de leerlingen gaan lezen. Zorg dat er als leerkracht meer ingezet wordt op de voorbeeldfunctie, ga zelf ook eens een keer lezen als de leerlingen dat ook doen. Of vraag de leerlingen na afloop eens wat ze hebben gelezen. Hoe enthousiaster je als leerkracht bent over lezen, hoe enthousiaster de leerlingen ook zullen zijn. 

Ilona Ohlsen 

4OKC

PBVB21ONDL

13-06-2022

​

Beoordelaar 1: Frank Assies

Beoordelaar 2: Maud Zweers

bottom of page