Uit de resultaten is gebleken dat er op alle drie de gemeten vlakken ruimte is voor verbetering. Aan de hand van dit onderzoek wordt de volgende aanbeveling geschreven. De aanbeveling is tevens onder verdeeld in de drie gemeten begrippen: (intrinsieke)motivatie, leesomgeving en de rol van de leerkracht. 

​

Uit het onderzoek is sterk naar voren gekomen dat het aanbod boeken een belemmerende factor is voor de leesmotivatie. Er zijn te weinig C-boeken, spannende boeken of young adult boeken aanwezig op de school. Daarnaast zijn de huidige strips in de school ook nodig aan vervanging toe. De school wordt daarom ook aanbevolen om nieuwere of andere boeken uit te zoeken voor in de schoolbibliotheek, rekening houdend met het niveau van de leerlingen en hun interesses. Verder wordt er aanbevolen om de huidige strips te vervangen door nieuwere strips. Kijk daarbij ook eens naar andere strips dan alleen Donald Duck stripverhalen. 

​

Naast het aanbod boeken speelt ook de leesomgeving een grote rol tijdens het lezen. Uit het onderzoek is gebleken dat vooral de leerlingen de leesomgeving te onrustig vinden. Daarom wordt er aanbevolen om hier wat meer aandacht aan te besteden. Zorg er als leerkracht voor dat het rustig en stil is in de klas. Zorg voor zo min mogelijk stoorzenders tijdens het lezen zodat de leerlingen hierdoor niet worden afgeleid. Daarnaast worden de leesplekjes door de leerlingen als prettig ervaren. Deze moeten dan ook zeker blijven en misschien is er zelfs ruimte om nog een paar van dit soort plekjes in te richten. 

​

En tot slot de leerkracht, deze speelt ook een grote rol om de leesmotivatie verder te stimuleren. Als eerste is het belangrijk dat de leerkracht zich bewust is van zijn voorbeeldfunctie. Uit onderzoek is gebleken dat wanneer een leerkracht zelf leest als de leerlingen ook lezen dat de leerlingen dan ook gemotiveerder zullen gaan lezen. De leerkracht wordt dan ook aanbevolen om dit ook toe te passen tijdens het lezen. Om de onrust in de klas verder te verminderen wordt de leerkracht aanbevolen om gebruik te maken van vaste leesmomenten van ongeveer 15 tot 20 minuten. Zo weten de leerlingen waar ze aan toe zijn en dit zorgt voor minder onrust. Als laatste wordt de leerkracht aanbevolen om zelf enthousiast te zijn over lezen. Doe een keer een boekpromotie of voer een keer een leesgesprek met de leerlingen. Door zelf enthousiast te zijn over lezen zullen de leerlingen dit ook sneller worden.

​

Om de school en de leerkracht verder te ondersteunen met het verbeteren van de belemmerende factoren staan hieronder een aantal boeken, leesplekjes en activiteiten ter inspiratie.