Probleemstelling
De leerkrachten van de bovenbouw merken dat een groot aantal leerlingen niet gemotiveerd zijn om te lezen. Ze zien dit terug in het gedrag van de leerlingen, zo geven ze aan het idee te hebben dat een aantal leerlingen nauwelijks lezen tijdens het stil leesmoment en hierbij meer bezig zijn met andere dingen (om zich heen kijken, verwerkingsopdrachten van de bibliotheek maken of urenlang een boek uitzoeken in de schoolbibliotheek). Ook tijdens de leeslessen (nieuwsbegrip en technisch lezen) maken een aantal leerlingen duidelijk dat ze er weinig zin in hebben, dit resulteert in negatief commentaar op de leestekst of op de les of het niet mee willen doen met de les en daarbij met andere kletsen. De leerkrachten zouden
![20220622_091210.jpg](https://static.wixstatic.com/media/dfc08a_2d2caea4f2b04bdaad854cf0deb7154f~mv2.jpg/v1/crop/x_0,y_265,w_1200,h_1069/fill/w_303,h_270,al_c,q_80,usm_0.66_1.00_0.01,enc_avif,quality_auto/20220622_091210.jpg)
graag willen dat de leerlingen meer gemotiveerd zijn om te lezen. Op deze manier hopen ze dat de leerlingen meer gaan lezen en dat daarbij ook het leesniveau omhoog zal gaan.
Vanuit de aanleiding en het probleem is de volgende hoofdvraag geformuleerd: 'Hoe kan de leesmotivatie in de bovenbouw (groep 6/7 en groep 7/8) van OBS [...] worden gestimuleerd?'
![Screenshot 2022-03-30 11.45.04.png](https://static.wixstatic.com/media/dfc08a_d06f615638834ebc953e60eb132e45a2~mv2.png/v1/fill/w_370,h_245,al_c,q_85,usm_0.66_1.00_0.01,enc_avif,quality_auto/Screenshot%202022-03-30%2011_45_04.png)
Theoretische onderbouwing
De theorie die wordt gebruikt om dit onderzoek vorm te geven is de theorie van Deci en Ryan (1985; 2000). In hun self determination theory beschreven ze het belang van de basisbehoeften van de leerlingen om de motivatie te stimuleren. Ze geven aan dat wanneer de leerling zich competent voelt, het gevoel heeft van autonomie en betrokken is bij de lessen de intrinsieke motivatie van de leerlingen gestimuleerd wordt.
Chambers (2001) omschrijft het belang van de leesomgeving. Hij stelt dat je enkel helemaal in een boek kan opgaan in een rustige omgeving. Hij geeft hierbij aan dat een leeshoek of leeslokaal hier heel erg bij kan helpen. Daarnaast omschrijft Chambers (2001) ook de rol van de leerkracht, de leerkracht heeft een voorbeeldfunctie ook tijdens het lezen. Hij geeft aan dat wanneer de leerkracht zelf ook zou gaan lezen tijdens het stil leesmoment dat de leerlingen daardoor meer gemotiveerd raken.
Verder geeft Chambers (2001) het belang van het juiste aanbod boeken weer. Hij geeft aan dat zowel de presentatie, als de beschikbaarheid, als het aanbod van de boeken van cruciaal belang zijn. De motivatie van de leerlingen wordt gestimuleerd door het juiste aanbod boeken. Wanneer een kind boeken kan lezen die hem interesseren zal het kind het lezen leuker gaan vinden. Door boeken aantrekkelijk te presenteren voor de leerlingen zullen de leerlingen de boeken eerder pakken, ze raken gemotiveerd om te lezen door het zien van de boeken.
Stokmans (2019) laat in haar 'leeshonger model' al deze elementen samen komen. Ze spreekt in haar onderzoek van de stimulerende ander. In haar model noemt ze het leesproces, het kiezen, het praten en het omzetten als stimulerende factoren.